Kies je taal:
Gruwez

Luuk Gruwez over 'Tantes' in De Standaard der Letteren

Deze tekst van Luuk Gruwez over Tantes van Cyriel Buysse verscheen op 25 juli 2020 in De Standaard der Letteren.



Ja Tante, nee Tante

Waarom blijft Tantes van Cyriel Buysse mij zozeer boeien? En die thematisch verwante romans van dezelfde auteur, zoals 't Bolleken? Wellicht omdat het over ons diepste zelf gaat en over die fraai beschreven en frappante verschillen tussen elk van ons. Over het conflict dat daaruit soms groeit, de onmogelijke verzoening en het uiteindelijke verlies - of het nu om Flauberts Madame Bovary gaat, die in een heldinnenbed ligt te zieltogen, of om Louis die door zijn vader, de norse boer Vermeulen, de kop wordt ingeslagen in De Vlaschaard van Stijn Streuvels. Misschien spelen bij Buysse de sociale barrières wel manifester een rol. Zeker in de liefde. In Tantes staat een liefde centraal die met ideologische en economische standaarden moet worstelen. Over wat niet mag, over wat aan fatum en predestinatie is gebonden en mede daardoor onweerstaanbaar wordt: ziedaar het handelsmerk van deze auteur. Zijn personages snakken naar verheven, gesublimeerde liefde en worden tegelijk gestuurd door iets onbedwingbaar animaals. Met desastreuze gevolgen.

Liefde van horen zeggen

Cyriel Buysse (1859-1932) is een meester in de registratie van maatschappelijke fricties die escaleren tot dramatische confrontaties. Zelfs als de target van de hartstocht aanvankelijk maar een potentiële geliefde van horen zeggen is. De schrijver suggereert dat veel liefdes hun oorsprong vinden in gezichtsbedrog. Uit zichzelf zou Raymond, de rijke mannelijke hoofdpersoon van Tantes, misschien niet eens voor Adrienne gevallen zijn, als daar niet eerder een paar insinuaties waren geweest uit de mond van de 'Verstratsjes': of hij, hun domme kompaan, dan nog altijd niet inzag dat Adrienne een boon voor hem had?

Liefde van horen zeggen: het is een literair thema dat wel eens vaker opduikt. Denk aan het Griekse verhaal van Hero en Leander waarop ons Middelnederlandse lied van de twee koningskinderen is gebaseerd. Soms volstaat het voor een personage dat hij of zij iemands schoonheid en minzaamheid hoort roemen om al meteen het slachtoffer te worden van een rampzalige coup de foudre.

De voedingsbodem van de liefde bij Buysses personages ligt in het feit dat zij niet toegelaten is. In Tantes komen emoties aan bod die hij bijna als in een opera uitvergroot. Nadat hij zijn aanvankelijk nog brave en simpele helden heeft geportretteerd, verschaft hij hun vleugels. Daarmee proberen zij aan hun schamele status te ontsnappen. Zeker het voorlaatste hoofdstuk van de roman, waar Adrienne letterlijk zot van liefde wordt, doet denken aan bepaalde pompeuze operascènes waarin de hoofdactoren zich vanaf een hoge rots te pletter storten in wat Buysse de 'kelders van de vergetelheid' noemt.

Er is wel eens vaker op gewezen dat Buysse blijk geeft van een groot aanschouwelijkheidsvermogen. Je krijgt de indruk in de bioscoop te zitten. Tegelijk is in Tantes de sfeer van klassieke mythes te herkennen. Ik denk aan een figuur als Dido. Maar ook aan operapersonages die soms larger than life zijn zoals Tosca of Madame Butterfly. Grote romankunst weet de beperkingen van het aan tijd en plaats gebonden decorum moeiteloos te overstijgen. In het dorp woont de wereld: minstens even instructief, maar misschien bevattelijker.

Tantes, met hoofdletter

Hoe ben ikzelf bij Buysse beland? Met dank aan een leraar Nederlands uit mijn collegetijd die vele conventies aan zijn laars lapte. Onder meer deze: dat je een auteur uitsluitend op basis van zijn schriftuur mag benaderen. Ik denk dat in de literatuurwetenschap de close ­reading toen nog hoog in aanzien stond. Ik, glorieuze puber, vond die ­Cyriel over wie onze leraar het met pretoogjes had, een hele vent! Dat hij in het koren lag te rampetampen met een meisje uit zijn dorp! Dat dit niet zonder gevolgen bleef! Dat zijn vader, cichoreimagnaat, de jonge Cyrielnaar een potentieel filiaal in de Verenigde Staten verbande. Het mislukte allemaal. Cyriel liet zich niet knechten. Cyriel had lef. Cyriel deed zijn zin. Hij onderscheidde zich daardoor van veel van zijn latere personages. Zeker ook van die in Tantes.

In dit werk krijgen de gefortuneerde tantes, die middels hun fortuin het reilen en zeilen van de hele familie kunnen bestieren, een letter die bij hun aanzien past. Een hoofdletter. Tantes dus. De aanvankelijk onderdanige nichtjes, Edmée, Clara en Adrienne moeten het steeds met een kleine letter stellen: nichtjes' dus. Zij zijn, hoewel zeker niet onbemiddeld, in deze familiekroniek quantité négligeable. Het is een kwestie van baas boven baas. Ook zij moeten en zullen de wet gehoorzamen die het burgerlijke blazoen onbesmet wil houden. Onze nichtjes horen er zich in te bekwamen een perfect facsimile van hun ongetrouwde, dorre tantes te worden: liever geen liefde dan onfatsoenlijke, liever respectabele verwelking dan eblouissante en, welja, onkuise bloei. Er loopt in het vooropgestelde scenario evenwel iets fout. Adrienne, verliefd op de voor de tantes, zeker moreel niet acceptabele Raymond, gaat eigenlijk, na veel innerlijk gestrubbel, overstag. Ze geeft toe aan een aan haar inherente 'romantische biologie', die haar in de richting van de eeuwige liefde stuurt.

Tantes is ook een boek over schijn en wezen: hoe lang houd je de schijn op en wanneer kom je tot het wezen? De nichtjes in Buysses boek mogen dan al de voorafspiegeling van hun tantes dreigen te worden, maar dat is buiten Adrienne gerekend. Na veel wikken en wegen wijkt zij uiteindelijk af, zij het ten koste van haar eigen mentale evenwicht. Zij wordt daardoor iemand die past in de definitie van de labiele heldinnen in de traditie van het naturalisme. Maar in het slothoofdstuk revolteert ook haar zusje, de iets dapperdere Clara. Zij schuift de schuld van Adriennes waanzin in de schoenen van Clémence, de bazigste van de twee nog overlevende tantes en de onaantastbaar gewaande behoedster van het fatsoen en het fortuin dat als een knuppel boven het gedrag van de nichtjes wordt gehouden. Dat Clara alsnog een staaf dynamiet onder de sokkel van Clémence legt: je vraagt je af of het niet Cyriel Buysse zelf is die zich revancheert voor het feit dat hij zich in zijn jeugd zozeer door zijn burgerlijke vader geringeloord heeft gevoeld.


Luuk Gruwez (66) is dichter en essayist.

Afbeelding © Tineke de Lange

In dezelfde aflevering van De Standaard der Letteren (25 juli 2020) schreef ook Marc Reynebeau over de literaire canon (en het al dan niet opnemen van Een revolverschot van Virginie Loveling in die canon). In dat artikel verwijst Reynebeau ook meermaals naar Tantes van Cyriel Buysse. Lees de tekst van Marc Reynebeau hier.