In de loop van de twintigste eeuw lijkt de receptie van de Beatrijs enigszins te zijn verstard, precies door de canonieke status van de tekst. De Middelnederlandse tekst is een vaste waarde geworden in het onderwijs, maar de artistieke uitstraling werd geringer.
Wel wordt de tekst nu uitermate geschikt bevonden om zichtbaarheid te geven aan talen of streektalen die een geringere status hebben dan het Nederlands. Zo ontstaan er vertalingen in het Esperanto, het Fries, het Papiaments, het Hongaars, het Noors, het Italiaans en verschillende dialecten. Vakgroepen Nederlands aan buitenlandse universiteiten gebruiken de Beatrijs dan weer om de rijkdom van de Nederlandse cultuur in de verf te zetten.
In 2011 vond in Den Haag nog een meerdaags congres plaats over de vele vertalingen en bewerkingen van het Beatrijsverhaal (zie afbeelding).