De berijmde Beatrijs is in slechts één middeleeuws handschrift bewaard gebleven. Het gaat om een handschrift uit 1374 (Den Haag, KB, 76 E 5).
Het verhaal over de weggelopen non is daarin een beklijvend intermezzo bij enkele drogere traktaten op het terrein van de lekenethiek: de Dietsche doctrinale (toegeschreven aan Jan van Boendale) en de Heimelijcheit der heimelijcheden van Jacob van Maerlant. Ook bevat het handschrift enkele catechetische passages uit het werk van Jan van Ruusbroec. Op het moment dat de codex werd vervaardigd was de Brusselse mysticus nog altijd in leven.