Door het soepele rijm, maar vooral ook door de vele dialogen is de Beatrijs uitermate geschikt voor de voordracht.
Doordat de tekst aan het begin bovendien heel nadrukkelijk een dichter-verteller introduceert, wordt de tekst gerekend tot het genre van de sproken, een genre dat bestaat uit korte verhalende teksten in verzen. Zulke teksten werden door rondreizende sprooksprekers voorgedragen bij iedereen die er maar voor wilde betalen (de meeste van die teksten waren wel iets korter dan de Beatrijs).
Ook tegenwoordig wordt de Beatrijs nog vaak voorgedragen, onder meer in de vlotte rijmvertaling door de Twentse dichter Willem Wilmink (1995) (zie afbeelding).