Geen enkel Vlaams auteur kende zoveel succes in het buitenland als Hendrik Conscience. Dat gebeurde niet met zijn historische romans, die vooral in een Belgische en Vlaamse nationale context effect hadden, maar hoofdzakelijk met zijn zedenromans en landelijke romans.
Hij werd internationaal geroemd omwille van zijn Vlaams realisme, dat herinnerde aan de grote Vlaamse schilders uit het verleden, zijn christelijk moralisme, eenvoud en goedhartigheid. De vertalingen volgen twee pistes: een vertaling met drie schetsen in het Duits, Flämisches Stilleben (1845), zorgde voor verspreiding van Consciences naam in Engeland, Amerika, Italië, Zweden en Polen.
Door een zaak van vermeend plagiaat door Alexandre Dumas père werd Conscience opgemerkt in Parijs, wat resulteerde in twee uitgaven van zijn volledig werk bij Uitgeverij Michel Lévy. Van daaruit begon vrij snel een succescarrière in Spanje en Portugal. Via dit dubbel spoor raakte Conscience ook bekend in Scandinavië, Centraal-Europa, Rusland en Zuid-Amerika.
Gaandeweg kreeg Conscience de allure van een Europees auteur, met succes in de productiekanalen van de sentimentele burgerlijke roman, de feuilletonliteratuur en de goedkope lectuurverspreiding. Vermoedelijk oriënteerde Conscience zijn stijl in zijn latere productie naar die internationale vraag.
Een goed en genuanceerd beeld van het internationale succes van Conscience komt tot uiting in een lijvig themanummer over dit onderwerp van V&M, het wetenschappelijke tijdschrift van de KANTL. Het nummer (2013/2+3) is integraal online raadpleegbaar.