Bij de oprichting van de onafhankelijke staat België in 1830 ontstond er een brede culturele beweging om bij de burgers van het land een nationaal gevoel te ontwikkelen.
Een nationale Belgische literatuur in de beide landstalen droeg daartoe bij, gericht tegen de culturele dominantie van Frankrijk. Literatuur in de volkstaal openbaarde de ziel of identiteit van een volk. De sfeer was gunstig voor een renaissance van de Nederlandstalige literatuur. Een hele groep taalminnaren, filologen, schrijvers, uitgevers en critici zou zich in de loop van de negentiende eeuw met enthousiasme inzetten voor de ontwikkeling van een Vlaamse literatuur binnen België. Zij stimuleerde daarmee het ontstaan van een Vlaamse subnatie.