Kies je taal:

Ruusbroec veroordeelt Eckhart en Marguerite


± 1343, mystieke theologie
7 Marguerite Porete 583 956 S C1 C C 0 0 1

Regelmatig treft men in Ruusbroecs oeuvre passages aan die duidelijk aan Meister Eckhart (ca. 1260-1328) herinneren.

Die passages worden altijd aangevoerd om ze met klem te veroordelen. Ruusbroec heeft daarvoor twee redenen: 1. de grens tussen God en mens wordt uitgewist: de mens wordt God; 2. de mysticus wordt aangespoord tot een loutere passiviteit die alle actieve inzet uitsluit. Mogelijk heeft hij de teksten van Eckhart slechts fragmentair gekend en was hij vooral bezorgd om het misbruik dat ervan kon worden gemaakt, vooral bij minder gevormde lezers. De naam van Eckhart vermeldt hij nooit. (Voor meer informatie over Eckhart, zie de website van de Eckhart Society.)

Ook van Marguerite Porete (†1310), een begijn uit Valenciennes die na een kerkelijk proces tot de brandstapel werd veroordeeld, treft men echo’s in Ruusbroecs werk aan, opnieuw gepaard met een afwijzing. Porete bezingt het afscheid van de deugd en dat moet de prior als aartsgevaarlijk beschouwd hebben. Toch hoeft haar werk niet als ketters te worden aangemerkt, als men de betreffende passage plaatst binnen het geheel van het oeuvre. Opnieuw heeft Ruusbroec hier gereageerd tegen het misbruik dat van geïsoleerde passages kon worden gemaakt. (Voor meer informatie over haar, zie de website van de Marguerite Porete Society.)