De visie achter de ontstaansgeschiedenis van Deps is het vitalisme, een filosofie die instinct en intuïtie als levenskrachten boven het intellect en de ratio plaatst.
Vrijheidsdrang, zelfbeschikking, verheerlijking van de natuur en overgave aan levensdrift kenmerken dit denken. Filosofische inspiratiebronnen van het vitalisme zijn Henri Bergson en Friedrich Nietzsche (foto), maar ook Jean-Jacques Rousseaus verheerlijking van ‘le bon sauvage’ kan vitalistisch worden genoemd.
In de Nederlandse literatuur zijn Maria Speermalie (1940) en Het gevecht met de engel (1952) van Herman Teirlinck, verhalen waarin natuurelementen en mythische oerkrachten een dominante rol spelen, typische voorbeelden, evenals de Gangreen-romans (1968) van Jef Geeraerts. Ook de creatieve levensdrift van Hendrik Marsman wordt met vitalisme in verband gebracht.
Buitenlandse vitalistische auteurs zijn Knut Hamsun, Jean Giono, Ernst Wiechert en Charles-Ferdinand Ramuz.