Door een samenloop van omstandigheden komt Esmoreit als adoptiefzoon aan het hof van een mohammedaanse vorst terecht. Pas in de tweede helft van het stuk zal hij als 'held' actief worden, wanneer hij naar zijn ware ouders op zoek gaat en zich wreekt op de neef die hem ontvoerd en verkocht had, en zijn moeder valselijk van moord op het verdwenen kind beschuldigd had. In vergelijking met Lanseloet en Gloriant een enigszins naïef-rocamboleske geschiedenis, die net door haar primitieve eenvoud nog kan bekoren. Willem Kloos vond het 'een snoezig-simpel, gevoelig sprookje', 'een kunst zonder een zier pretentie of affectatie, want onopgesmukt met de fonkeling van alleen-uitwendigen praal ... helder zich toonend als een brokstuk zuiver kristal' ('Literaire kroniek', De Nieuwe Gids, september 1900).