In 1904 schreef Prosper van Langendonck, de belangrijkste dichter van de eerste generatie medewerkers aan Van Nu en Straks, het bekendste huldevers voor Gezelle:
Zwaar peinzend hoofd, met eeuwigheid omtogen,
doorgroefd van voren, door de idee geleid,
diep over al dat wereldsch wee gebogen,
dat, staag opwellend in Uw boezem schreit;
schoon hoofd, wars van versiering, los van logen,
wijdstralend brandpunt van àl-menschlijkheid,
waarop, nu 't aardsche leven is vervlogen,
een glans van eeuwig leven ligt gespreid;
in laaie liefdevlammen gaan ons harten
tot U, die al hun liefd' hebt voorgevoeld,
en duizendvoud doorvoeld hun fijnste smarten,
met gal gelaafd, door 't waanwijs volkje omjoeld,
waarop Gij nederschouwt, met zielvolle oogen,
grootsch van vergiffenis en mededoogen...