Tot de bewonderaars van Gezelle behoort de organisch-expressionist Paul van Ostaijen. Hij zag de spontane en muzikale dichter Gezelle als voorloper van zijn eigen zuivere lyriek.
In een interview uit 1925 noemt hij de basis van Gezelles poëzie ‘het woord, dus de klank’. Voor Van Ostaijen gaat het bij Gezelle echter niet louter om de vorm. Hij leest Gezelles poëzie als een ontketende kracht die het domein van het bovennatuurlijke blootlegt en de totaliteit van de geheimen van de menselijke sensibiliteit uitdrukt.
Over de relatie tussen de twee schrijvers, zie o.m. dit artikel van Gerrit Borgers.