De dichter Gezelle heeft twee gedaantes.
Vooreerst schreef hij nog volop in de traditie en in een omgeving die nog waarde hecht aan het nut van literatuur in een samenleving om samenhorigheid te creëren, een moreel-religieuze waarheid te verkondigen en effect uit te oefenen op een publiek. Hij hanteert daarvoor de probate middelen en de retorische voorschriften voor de keuze van de juiste stof, genre, vorm en stijl om dat doel te bereiken.
Daarnaast is hij ook al de bevlogen dichter die de creatieve vrijheid verdedigt, de overgeërfde regels doorbreekt en een individueel medium ontwerpt om een persoonlijke gevoelswereld uit te drukken. Die spanning tussen een pragmatische en expressieve poëtica is de beste sleutel voor een goed begrip van Gezelles poëzie.