In 1881 voltooide H.W. Mesdag een panoramisch schilderij van het uitzicht op de zee en de duinen bij het toenmalige dorp Scheveningen.
Het gigantische doek, dat ook vandaag nog te bezichtigen is, vormt een cilinder waar de toeschouwer middenin staat. J.C. Bloem moet het hebben gezien toen hij als kind bij zijn grootouders in Den Haag logeerde.
In 1954 publiceerde hij er een kort essay over in het literair tijdschrift Maatstaf. Hij beschrijft zijn bezoek als een poëtische sensatie van ‘volstrekte stilte’, in schril contrast met ‘de luide, feitelijke wereld, waaruit men zoo juist is gekomen en waarheen men straks weer keeren zal’. ‘De herinnering daaraan neemt men mee, voorgoed, en de afglans daarvan verleent zelfs een zekere wijding aan de leelijkheid en de vulgariteit van het werkelijke Scheveningen van nu.’