Kies je taal:
Roderik Six Zwart Wit

Roderik Six over 'De ontdekking van de hemel' in De Standaard der Letteren

Deze tekst van Roderik Six over De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch verscheen op vrijdag 14 augustus in De Standaard der Letteren: 'Hoogmoed zonder val.'

De hybris van De ontdekking van de hemel is zeldzaam in de Lage Landen, vindt Roderik Six. Het is het meesterwerk waarmee Harry Mulisch zijn schrijverschap samenvat.

Niemand wil een held zijn.

Max Delius en Onno Quist krijgen evenwel geen keuze. Hun levenspad wordt van hogerhand gestuurd door twee kibbelende engelen die een kosmisch schaakspel opzetten met de mensheid als pionnen. Op hun beurt werken ook zij in opdracht van de allerhoogste macht, maar die houdt zich in al zijn wijsheid afzijdig van de praktische uitvoering - het vuile werk gebeurt in de lagere celestiale regionen. De inzet? Het hemelse verbond tussen mens en schepper doorknippen, wat er concreet op neerkomt dat de Stenen Tafelen van de aarde dienen te verdwijnen. Geen simpele opdracht, en de engelen krijgen de vrije hand om desgewenst wereldoorlogen te veroorzaken om zo via genetische manipulatie de perfecte messiaanse boodschapper te creëren.

Max en Onno torsen alvast een zware familiegeschiedenis op hun schouders. Als kind van een Jodin en Oostenrijkse collaborateur belichaamt Max de Tweede Wereldoorlog. Onno stamt uit een roemrijk conservatief geslacht waarin het wemelt van ambassadeurs en machtige beleidsmakers. Beide vrienden - tegenwoordig zou men van een bromance spreken - slepen voldoende intellectuele bagage mee om elkaar maandenlang van gespreksstof te voorzien: Max is een sterrenkundige die de oorsprong van het heelal wil ontrafelen en Onno een filoloog die al jaren een geheimzinnige tekst probeert te ontcijferen. De heren - want dat zijn ze, de wandelende definitie van het woord 'gentlemen' - flaneren door het roerige Amsterdam en bestoken elkaar liefdevol met slimmigheden en alle wijsheid die de mensheid ooit heeft bedacht.

On-Nederlands

Wanneer de maagdelijke celliste Ada in hun leven verschijnt, ontvouwt hun complementaire vriendschap zich tot een driehoeksverhouding. Het kind dat daaruit geboren wordt, beschikt over de ideale genen om uit te groeien tot de begeerde tafeldrager. Quinten is zijn naam, en hij is de uitverkoren jongeman die als een omgekeerde Prometheus het heilige vuur terug naar de hemels zal brengen.

Om dat plan te laten slagen, zijn een hele reeks angelieke machinaties nodig. Zo moet Onno aan zijn studie verzaken en toegeven aan de familiale lokroep om minister te worden en zal Max zijn bestaan als gepatenteerde rokkenjager moeten inruilen voor het vaderschap van Quinten. Ada hoeft daarentegen weinig te doen: haar taak is beperkt tot draagmoeder en nog voor de geboorte wordt ze bijna letterlijk van de aarde gebliksemd. Zij spendeert de rest van haar leven in een coma terwijl Quinten opgroeit in een luisterrijk kasteel vol excentrieke bewoners. Die zijn daar allemaal neergepoot om het godenkind allerlei kunstjes bij te brengen die hem later van pas zullen komen. Zodra Onno politiek ten val komt en in vrijwillige ballingschap verdwijnt, kunnen de engelen hun eindspel uitvoeren: Quinten wordt naar Rome geherderd om daar het sanctum sanctorum binnen te dringen en een goddelijke diefstal te plegen. Zeventig mensenjaren heeft het geduurd, maar eindelijk is het verbond verbroken, en de ambtelijke engelen kunnen hun laatste dossier naar ieders tevredenheid afsluiten.

Mocht het predicaat 'magnum opus' niet bestaan, dan hadden we het moeten uitvinden voor De ontdekking van de hemel. Met dit meesterwerk vat Harry Mulisch zijn volledige schrijverschap samen. Het is hard zoeken naar een Nederlandstalige roman die op gelijke hoogte kan staan. De ontdekking van de hemel is ontstellend on-Nederlandse van insteek: Mulisch is schaamteloos ambitieus en verweeft een internationale plot met zoveel intellectuele bravoure dat het de lezer doet duizelen. Het mikt op een plek in de wereldliteratuur. Dergelijke hybris is zeldzaam in de Lage Landen, en Mulisch raakt er verbazend makkelijk mee weg. Het talent en het zelfvertrouwen druipen van elke jaloersmakende pagina.

Bovendien leest het als een spannende avonturenroman. Het verhaal, een intellectuele rollercoaster, wordt voortgestuwd door een queeste die spontaan aan Indiana Jones doet denken. De onverlaat die De ontdekking van de hemel in een hokje wil duwen, zal niet verder komen dan: het liefdeskind van Umberto Eco en Alexandre Dumas.

Vleselijke couveuse

Alleen de tijdgeest kan aan het tijdloze tornen. In De ontdekking van de hemel slaan Mulisch' protagonisten geregeld ronduit seksistische praat uit en de vrouwelijke hoofdpersonages komen er vaak bekaaid vanaf. Ada wordt gereduceerd tot een vleselijke couveuse en over haar drijfveren komen we bitter weinig te weten - haar belangrijkste gedachte komt neer op een kinderwens.

Daarnaast staat Mulisch expliciet in een modernistische traditie. Zijn goddelijke verteller is alwetend en hoewel hij zichzelf sporadisch een cameo geeft, ondergraaft dat nooit de romanstructuur. Op het einde richt Mulisch zijn pijlen dan ook op het postmodernisme, een stroming die hem weinig vertrouwen inboezemt. Niet zozeer omdat het slechte literatuur zou opleveren, maar omwille van de maatschappelijke impact. Zo voorspelt hij feilloos de opmars van fake news en populistische partijen die misbruik maken van de ontzuiling om het volk achter zich te scharen. Zo gedateerd De ontdekking van de hemel is op feministisch vlak, zo visionair is het op het politieke.

Niet dat Mulisch om die kritiek zou malen. Hij zou bovenstaande alinea van zich af schudden als een vervelende bromvlieg, en daar meteen ook nog een betere vergelijking voor verzinnen, mogelijk gelardeerd met een van zijn briljante paradoxen. In het stralende, allesverpletterende licht van Mulisch durft niemand een held te zijn.


Roderik Six (41) is schrijver en literair journalist. 


Foto © Studio Edelweiss