Couperus heeft op 3 april 1919 in een brief aan W.F.C. Timmermans (1886?‑1919) – toen nog student, later leraar Frans en vertaler van literair werk – het centrale thema van De stille kracht omschreven als “de geheimzinnige vijandschap van Javaanschen grond en sfeer en ziel, tegen den Nederlandschen veroveraar”. Het boek is dan ook vooral vanuit dat perspectief gelezen, maar het gaat over veel meer.
In De stille kracht laat Couperus zowat alle mogelijke combinaties van Europeanen en Indonesiërs de revue passeren: kinderen van Europese ouders die in Indonesië geboren zijn, gemengde huwelijken, echte en onechte kinderen, Europeanen die ambtshalve in Indië belanden en ofwel van het land gaan houden ofwel verlangen om terug te keren naar Europa, Indonesiërs die Indonesië superieur vinden en andere die ervan dromen om naar Europa te trekken. Op die manier slaagt Couperus erin om een eenvoudig thema van tegenstelling tussen oost en west uit te werken tot een breed psychologisch portret van de samenleving in Nederlands-Indië anno 1900.
Maar hij bespeelt nog heel wat andere thema’s, zoals 'straf voor zonde'. Het is geen toeval dat er voor het eerst een steen door de kamer 'sist' wanneer Theo en zijn stiefmoeder aanstalten maken om de liefde te bedrijven. Het is geen toeval dat er pas écht een hadji (zie afbeelding) voorbijgaat wanneer Addy en Léonie elkaar voor de eerste keer zoenen.
Ook het thema 'verval' doorzindert het hele boek. De overleden Pangéran (kroonprins) hield als regent de eer van zijn familie hoog en werkte hard mee aan de Nederlandse welvaart; zijn twee zonen – respectievelijk dweper en dobbelaar – vergooien de eer van hun geslacht en werken de Nederlanders stiekem tegen, en hun adellijke moeder, de Raden-Ajoe Pangéran, doet daar dapper aan mee. De koffiecultuur is al achteruitgegaan, de suikercultuur zal twee jaar later volgen. Resident Otto Van Oudijck eindigt als een verslagen man. De Nederlandse koloniale macht staat op instorten. De begaafde pianiste Eva Eldersma kan na enige tijd in Indië zelfs niet meer behoorlijk piano spelen.
Ook erotiek, overspel en bedrog weeft Couperus doorheen zijn verhaal, evenals de toenemende invloed van de islam, de nimmer te doorgronden inlander, het wroeten van de koloniale ambtenaren, de verveling, het geroddel en de na-ijver binnen de Nederlandse society. De stille kracht is een boek over veel meer dan de tegenstelling Nederlander-Javaan en dat is ongetwijfeld een van de redenen waarom het ook vandaag nog zoveel lezers fascineert.