Kies je taal:

Elckerlijc


1450 < > 1500, theater

Bron

Mariken van Nieumeghen & Elckerlijc. Zonde, hoop en verlossing in de late middeleeuwen (1998). Vertaald [uit het Middelnederlands] door Willem Wilmink. Met een inleiding en een teksteditie door Bart Ramakers. Amsterdam: Prometheus / Bert Bakker, p. 208-215.

Nadat ze de donkere put hebben gezien waarin Elckerlijc zal moeten afdalen, laten Schoonheid en Kracht hem in de steek. Verstand en Vijf zintuigen zullen snel daarna hun voorbeeld volgen.

CRACHT

Elckerlijc, wi en willen van u niet sceyden

voer ghi ghedaen hebt dese vaert.

 

VROETSCAP

Wi blivens u bi onghespaert,

also wi gheloeft oec langhe.

 

KENNISSE

Och, dits een pelgrimagie seer strange

die Elckerlijc sal moeten gaen.

 

CRACHT

Elckerlijc, siet hoe wi u bi staen:

sterck, vroem, en hebt gheen vaer.

 

ELCKERLIJC

Ay mi, die leden zijn mi so swaer,

dat si gaen beven doer den gru.

Lieve vrienden, wi en willen niet keeren nu!

Sal ic mijn pelgrimagie betalen,

so moet ic hier binnen dalen

in desen put ende werden aerde.

 

SCHOONHEYT

Wat? In desen putte?

 

ELCKERLIJC

                                          Ja, van desen waerden

soe moeten wi werden, clein ende groot.

 

SCHOONHEYT

Wat? Hier in versmoren?

 

ELCKERLIJC

                            Ja, hier in versmoren ende bliven doot

ter werelt, mer levende wesen altijt

voerden oversten Heere.

 

SCHOONHEYT

                                          Ick schelt u al quijt.

Adieu! Vaert wel! Ic schoer mijn scout. Ick gae als de domme.

 

ELCKERLIJC

Wat? Schoonheyt!

 

SCHOONHEYT

                            Ic bin al dove. Ic en saghe niet omme,

al mocht mi alder werelt schat baten!

 

ELCKERLIJC

Waer op wil ic mi verlaten?

Schoonheyt vliet oftmense jaechde.

Nochtan te voren, doen ic haer vraechde,

woude si met mi sterven ende leven.

 

CRACHT

Elckerlijc, ic wil u oec begheven.

U spel en behaecht mi niet te deghe.

 

ELCKERLIJC

Cracht, suldi mi oec ontgaen?

 

CRACHT

                                          Ja, ic wil seker weghe.

Daer mede ghesloten, een voer al.

 

ELCKERLIJC

Lieve Cracht, ontbeyt noch.

 

CRACHT

                                          Bi Sinte Loy, ic en sal.

Waendi dat ic in dien put wil versmoren?

 

ELCKERLIJC

En suldi mi dan ontgaen?

 

CRACHT

                                          Ja ick, tes al verloren,

al soudi uwen navel uut crijten.

 

ELCKERLIJC

Suldi aldus u ghelofte quijten?

Ghi soudt mi bi bliven, so ghi seyt.

 

CRACHT

Ick heb u verre ghenoech gheleyt.

Oec sidi oudt ghenoech, ic waen,

u pelgrimagie alleen te gaen.

Mi es leet dat icker heden quam.

 

ELCKERLIJC

Ay, lieve Cracht, ic make u gram.

 

CRACHT

Tes al verloren. Rust u hoeft

ende gaet int doncker huys.

 

ELCKERLIJC

                            Dit en had ic u niet gheloeft.

Wie wil hem verlaten op zijn Cracht?

Si vliet [als] mist doet uuter gracht.

Schoonheit is als wint die vlieghet.

Ay, getrouwe vrienden, dat ghi dus lieget.

Ghi seydet mi toe schoon ter kore.

KRACHT

Iedereen, wij zullen niet van je scheiden

voor deze reis ten einde is.

 

VERSTAND

Wij volgen door licht en duisternis,

wij doen wel degelijk wat we beloven.

 

ZELFKENNIS

Iedereen zal een niet te geloven

zware pelgrimstocht moeten gaan.

 

KRACHT

Wacht maar hoe wij je bij zullen staan:

moedig en sterk in elk gevaar.

 

IEDEREEN

Mijn ledematen worden zo zwaar,

ik sidder over mijn hele lijf.

Keer niet om! Lieve vrienden, blijf,

nu ik, om het einddoel te halen,

in deze put af moet gaan dalen,

tot stof en aarde moet wederkeren.

 

SCHOONHEID

Wat? In die put?

 

IEDEREEN

                            Om tot stof te verteren.

Dat is het lot van arm en rijk.

 

SCHOONHEID

Wat? Hierin stikken?

 

IEDEREEN

                            Stikken in slijk.

Pas dan vangt het eeuwige leven aan

bij God de Heer.

 

SCHOONHEID

                            Maar ik moet gaan.

Adieu! Vaarwel! Mijn naam is haas. Ik ga hem smeren.

 

IEDEREEN

Schoonheid!

 

SCHOONHEID

                            Ja, ik ben doof. Ik zou daar omkeren!

Ik ben daar gek! Voor geen miljoenen!

 

IEDEREEN

Nu zinkt de moed me in de schoenen:

als door de duivel op de hielen gezeten

vlucht Schoonheid daar, die me ooit liet weten

dat ze me zou volgen in sterven en leven.

 

KRACHT

En ik, jouw kracht, ga je ook begeven.

Jouw toestand maakt me te neerslachtig.

 

IEDEREEN

Kracht, ga je weg?

 

KRACHT

                            Wis en waarachtig

en daarmee basta. Ik vertrek.

 

IEDEREEN

Blijf nog heel even.

 

KRACHT

                            Ik ben daar gek.

Dacht jij dat ik in die put wou stikken?

 

IEDEREEN

Ga je echt?

 

KRACHT

                            Al sta je ook te snikken,

ik ga. Al huil je ook tranen met tuiten.

 

IEDEREEN

En met jou dacht ik een verbond te sluiten.

Je had gezworen me bij te staan.

 

KRACHT

Maar ik ben toch ook ver meegegaan

en jij bent oud en wijs genoeg, Iedereen,

voor die pelgrimstocht. Dus ga alleen.

Dat is een omgeving die ik haat.

 

IEDEREEN

Ach, Kracht, nu ben je ook nog kwaad.

 

KRACHT

Zet alle hoop maar uit je hoofd

en ga het donkere huis in.

 

IEDEREEN

                            Wie had dit ooit geloofd?

Maar wie vertrouwt er ook op zijn Kracht?

Hij vlucht als nevel uit een gracht,

en ook mijn Schoonheid is gevlogen.

Vrienden, je hebt me voorgelogen

in je opbeurende gesprekken.