Hadewijchs teksten zijn qua motieven en lexicon sterk verwant met het mystieke traktaat Van seven manieren van minnen van de cisterciënzernon Beatrijs van Nazareth (1200 – 1268).
Eerder dan dat de ene de andere zou hebben nagevolgd, lijkt het waarschijnlijk dat beide vrouwen werden gevormd door dezelfde teksten, en door meesters met eenzelfde achtergrond.
Beatrijs was priorin van het klooster Nazareth bij Lier. Ze schreef haast zeker meer Middelnederlandse teksten dan het ene traktaatje dat we vandaag kennen. De biograaf die na haar dood in opdracht van haar medezusters een Latijns levensverhaal over haar schreef, Vita Beatricis, zegt immers dat hij zijn biografie op haar eigen notities heeft gebaseerd. Vermoedelijk werden, zodra de Latijnse vita er was, de volkstalige teksten als overbodig beschouwd en vernietigd.
De tekst Over zeven manieren van minne werd door de biograaf in vertaling in de vita verwerkt. De oorspronkelijke Middelnederlandse versie is gelukkig ook overgeleverd, in drie handschriften. Een mooi fragmentje uit Beatrijs’ traktaat is te lezen en te beluisteren op de vogala app.