Tot voor kort werden de Liederen van Hadewijch Strofische gedichten genoemd. In zijn baanbrekende studie De poëtica van Hadewijch (H&S, 1984) toonde de medioneerlandicus Frank Willaert aan dat Hadewijch haar mystieke gedichten vormelijk had gemodelleerd op bestaande liederen, voornamelijk Noord-Franse trouvèrechansons.
Daarvan zijn middeleeuwse melodieën bewaard gebleven. In 1992 reconstrueerde de Utrechtse musicoloog Louis Grijp melodieën voor vijf van Hadewijch’s liedteksten. Later kwamen daar nog veertien liederen bij. Ze zijn te horen op de CD’s die bij de nieuwe editie van Hadewijch, Liederen (Historische Uitgeverij, 2009) zitten.
Intussen hebben verschillende oude-muziek-ensembles liederen van Hadewijch in hun repertoire opgenomen, bijvoorbeeld Camerata Trajectina onder leiding van Louis Grijp, en Graindelavoix onder leiding van Björn Schmelzer.
Dat een aantal liederen gezongen kunnen worden, maakt Hadewijchs werk aantrekkelijker voor de bühne. In 2002 toerden twee voorstellingen door Vlaanderen en Nederland waarop teksten van Hadewijch werden voorgedragen en gezongen:
- Ende hieromme swighic sachte o.l.v. Aniko Daróczi
- Hadewijch. Die minne es al door Tine Ruysschaert.
De geselecteerde teksten werden als bloemlezing uitgegeven bij respectievelijk Atlas en Davidsfonds.