Kies je taal:

‘Hildegard die al die visioenen zag’


± 1240, liederen
3  Hildegard Von Bingen 583 853 S C1 C C 0 0 1

De Visioenen van Hadewijch sluiten af met een curieus document, de Lijst der Volmaakten.

In deze lijst staan 107 zielen opgesomd – zowel reeds overleden zielen als nog levende en zelfs vijf die in Hadewijchs tijd nog geboren moesten worden – waarvan Hadewijch in een visioen had ‘gezien’ dat ze op een specifieke wijze de spirituele volmaaktheid hadden bereikt, en bijgevolg een specifieke niche bezetten in de eeuwigheid.

Bij de recent overleden zielen staat onder andere ‘Heldegaert die al de visionen sach’. De Rijnlandse abdis Hildegard van Bingen (1098-1179) had in Hadewijchs tijd een grote faam als zieneres. Nadat ze hiervoor toestemming had verkregen van de paus, stelde Hildegard haar visioenen op schrift en ondernam ze een reis om in kerken te gaan preken.

Voor vrouwen en leken die uitgesloten waren van geïnstitutionaliseerde scholing in de schoot van de Kerk, werd de ‘prophetissa teutonica’ een rolmodel. De charismatische gave van het visioen werd een middel om spiritueel gezag te verwerven en de eigen theologische inzichten door te geven aan anderen. Vooral in het Rijnland en het zuidelijke deel van de Nederlanden hebben in de dertiende eeuw veel zieneressen geleefd die werden geconsulteerd door hun omgeving, niet alleen door gewone mensen, maar ook door kerkelijke en wereldlijke overheden. Ze werden beschouwd als ‘levende heiligen’ die directe toegang hadden tot Gods waarheid en wil.

Dat weten we door de levensverhalen (vitae) die clericale promotoren van zulke ‘mulieres sanctae’ (heilige vrouwen) hebben geschreven. Van Hadewijch is geen vita bekend. Maar we kunnen aannemen dat ook in haar geval de gave van het visioen de basis vormde voor de spirituele autoriteit die ze genoot in haar kring.