Kies je taal:

Nagelaten gedichten


1928, poëzie

Bron

Paul van Ostaijen (2010). Bezette stad. Nagelaten gedichten. Tekstverzorging Gerrit Borgers. Met een nawoord van Alfred Schaffer. Amsterdam: Polak & Van Gennep, p. 168, 197 en 211.

De regels van Van Ostaijens beroemde gedicht 'Melopee' vallen te lezen op de kaaimuren van de Gentse Graslei en Korenlei, boven de lange rivier.

Het gedicht aan de rechterkant lijkt een vederlicht niemendalletje dat de kinderlijke blik en de taal viert. Het gedicht is uitgegroeid tot een van de bekendste gedichten uit de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis. Op veel Vlaamse en Nederlandse scholen wordt het gebruikt om kinderen ertoe aan te zetten zelf met woorden te spelen en poëzie te maken.

Melopee

Voor Gaston Burssens


Onder de maan schuift de lange rivier
Over de lange rivier schuift moede de maan
Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

Langs het hoogriet
langs de laagwei
schuift de kano naar zee
schuift met de schuivende maan de kano naar zee
Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man
Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee

Marc groet ’s morgens de Dingen

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
       ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
         en
dag visserke-vis met de pet
        pet en pijp
   van het visserke-vis
        goeiendag

Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn