Tal van Vasalis’ gedichten passen in een internationale mystieke traditie, in deze bundel bijvoorbeeld 'Afsluitdijk', 'De krekels', 'Tijd', 'Onweer in het moeras'.
Ruimte, tijd en zwaartekracht lijken te zijn verdwenen, evenals het alledaagse ik-besef en het onderscheid tussen subject en object, geest en materie. De ervaringen die worden beschreven, zijn gelukzalig of huiveringwekkend. Het lyrisch ik wordt plotseling door deze ervaring getroffen en terugval naar de gewone werkelijkheid is smartelijk. Vaak gaat het om een leegte-ervaring die noodgedwongen beschreven wordt met behulp van negaties, omdat het om een in wezen onmededeelbare ervaring gaat. De ervaring heeft een ken-aspect en het subject verandert er ten diepste door.
Pas jaren nadat Parken en woestijnen was verschenen realiseerde Vasalis zich het mystieke karakter van haar ervaringen die van het begin af aan een rechtstreekse bron voor haar gedichten waren. De hogere realiteit die soms door haar kan worden benaderd of 'geschouwd', is - paradoxaal genoeg - aards. Op dit punt onderscheidt haar moderne, atheïstische mystiek zich van de klassieke religieuze variant (Hadewijch, Johannes van het kruis). Poëzie lijkt er het medium van te zijn, zoals bij Nijhoff en nog sterker bij Lucebert.