Kies je taal:

Parken en woestijnen
M. Vasalis


1940, poëzie
Vasalis Cover Parkenenwoestijnen

M. Vasalis, een pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans (1909-1998) liet drie bundels verschijnen tussen 1940 en 1954, samen goed honderd gedichten. We presenteren hier haar debuut: Parken en woestijnen (1940).

Ze studeerde geneeskunde en werkte als kinderpsychiater. Na de oorlog voelde ze zich, althans als dichter, overbodig: ‘Het was alsof een schilder van miniaturen gevraagd wordt om muurschilderingen te maken in een publiek gebouw, liefst met sociale strekking.’

© Rob C. Croes Anefo 1983


Intussen werden haar verzen klassiek. Altijd weer gebloemleesd gingen sommige regels tot het collectieve geheugen van het Nederlands behoren: ‘En niet het scheiden doet zo’n pijn, / maar het afgesneden zijn.’ Ze schreef klassiekers als De idioot in het bad. Dat gedicht gaat niet enkel over een zwakzinnige man die zijn zorgen vergeet wanneer hij een bad neemt, maar ook over ieder van ons, die af en toe gelukkig kan zijn wanneer hij of zij vergeet dat hij een bange idioot is in stijve, harde kleren:

(…)

Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
en hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.

En elke keer, dat hij uit ’t bad gehaald wordt,
en stevig met een handdoek drooggewreven
en in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.

Vasalis’ poëzie vertrekt vaak van een anekdote: een busrit over de Afsluitdijk; een gevelde boom die wordt weggetrokken, een passerende fanfare. Maar dan scheurt het gedicht open in een epifanie, waarin de dingen een nieuwe dimensie krijgen. Net zo is het met de tijd, die in het naar hem genoemde gedicht plots zijn ware gelaat toont. De dichter is een ziener, maar er is niets goddelijks aan dit nieuwe, andere zien:

(…)

− De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd…
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten?

In Vahine no te tiare, geïnspireerd door Paul Gaugains gelijknamige schilderij uit 1891, beschrijft ze minutieus de vrouw met de bloem op het doek. Maar ook hier ziet ze achter dat voorhoofd (‘een koopren plaat’), de mond (‘Van reserve en geduld / is haar dichte mond gevuld’) iets wat de vrouw zelf, en wij, de toeschouwers, niet zien of weten:

(…)
zij beseft niet, dat haar hand
sluimerend op haar schoot – zo smal
met een bloem tussen de vingren –
in extase en in haat
onverwacht een dolk zal slingren
naar wie zij beminnen zal.

Deze poëzie lijkt niet te verouderen. Omdat ze gedateerd is en tegelijk tijdeloos. ‘Op deze manier, in die toonaard, met die stemvoering, wordt vandaag geen poëzie meer geschreven’, merkte Hugo Brems op in een opstel over nieuwe oude poëzie van M. Vasalis (Ons Erfdeel, 2002). Hij bedoelde dat niet negatief. Het was eerder dat haar dichterschap na de jaren vijftig nauwelijks was geëvolueerd: ‘Enerzijds brengt dat met zich mee dat deze verzameling een zeer vertrouwde indruk geeft, anderzijds word je hier als lezer geconfronteerd met een stem uit het verleden.’

Foto van de jonge M. Vasalis.

De verzameling van ‘nieuwe oude poëzie’ waarover hij het heeft, was De oude kustlijn (2002), een postume bundeling van gedichten door de kinderen van de dichteres, vier jaar na haar dood. Blijkbaar was Vasalis blijven schrijven na 1954. Uit die bundel wordt het laatste gedicht hier geciteerd. Het is in al zijn helderheid, onontkoombaarheid en compromisloze eerlijkheid onvergetelijk:

Sub Finem
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten −
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen − en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.


Videomateriaal over Vasalis vind je via deze pagina.

Meer weten?

Geluidsfragmenten en meer vind je op de site van het Literatuurmuseum.


Voor de leraar:

Parkenenwoestijnen

Context