De titel van de eerste gedrukte bundel van Anna Bijns liegt er niet om. Met de refreinen die het boek bevat, trekt, zo luidt het, de dichteres op vernuftige en kunstige wijze van leer tegen al de dwalingen en wandaden die voortkomen uit de ‘vermaledijde lutherse sekte’, die niet alleen door alle geleerden en universiteiten, maar ook door de keizerlijke majesteit veroordeeld is. Daarmee alludeert de titel zowel op de ‘vervloeking’ van Luthers leer door de pauselijke bul Exsurge Domine van 1520 als op de veroordelingen door de universiteiten van Keulen en Leuven in 1519, de Parijse Sorbonne in 1521 en het Edict van Worms, eveneens in 1521.
Dat de bundel van Anna Bijns, die zo duidelijk tegen Luther en al wat men als ‘luthers’ beschouwde gericht was, in 1528 door Jacob van Liesveldt werd gedrukt, is wel merkwaardig te noemen. Beter te begrijpen is het dat de Latijnse vertaling ervan en de eerste herdruk van de oorspronkelijke tekst, respectievelijk in 1529 en 1541, niet meer door hem maar door een andere Antwerpse drukker zijn bezorgd. De aandacht van Van Liesveldt ging immers vooral de tegenovergestelde richting uit.
Al in 1526 was bij hem de eerste volledige bijbel in het Nederlands verschenen (de zogenaamde ‘Delftse bijbel’, die, als een van de eerste Nederlandse teksten, in 1477 in Delft was gedrukt, omvatte alleen het Oude Testament en dit dan nog zonder de Psalmen). In Van Liesveldts bijbel van 1526 was de tekst van het Nieuwe Testament geheel en die van het Oude Testament voor meer dan de helft op de Duitse bijbel van Luther gebaseerd. Stelselmatig volgden zijn latere edities de geleidelijke voltooiing van Luthers vertaling van het Oude Testament, zodat in 1535 voor het eerst een volledige Nederlandse ‘Lutherbijbel’ beschikbaar was. Het jaar daarop werden de bijbels van Van Liesveldt en sommige andere door hem gedrukte boeken tot de brandstapel veroordeeld.
Zelf wist hij zich tot tweemaal toe voor het gerecht vrij te pleiten, maar uiteindelijk werd hem het drukken van de bijbel met de verklarende kanttekeningen van Luther fataal. Op 28 november 1545 werd hij wegens ‘lutherie’ op de Grote Markt in Antwerpen onthoofd. Bevond Anna Bijns zich onder de toeschouwers, het hoofd schuddend over Van Liesveldts ‘dwaasheid’ en hardleersheid?