In 1986 bracht het Nederlandse muziekensemble Camerata Trajectina een LP uit met als titel Bredero. Liederen uit het Groot Lied-Boeck. Het was het vierde album dat het in 1974 opgerichte ensemble opnam.
Met de LP herschiepen de musici een stukje van de geluidswereld van het zeventiende-eeuwse Amsterdam, met zijn markten, stapelhuizen en grachtenpanden, en met zijn straatventers, werklieden, marktkramers en liedzangers. Het is de klank van de stad zoals Robbeknol, Jerolimo en de andere personages uit Spaanschen Brabander die kenden.
Als eersten maakten de musici van Camerata Trajectina bovendien aan een groot publiek duidelijk dat een deel van de poëzie uit de Amsterdamse Gouden Eeuw eigenlijk bedoeld was om (ook) gezongen te worden. Later herhaalden Camerata Trajectina en andere muziekensembles dat met teksten en liederen van auteurs uit Noord én Zuid. ‘Hoge kunst’ en ‘licht vermaak’ hoefden elkaar geenszins uit te sluiten voor auteurs als Bredero, Hooft of Constantijn Huygens. Meestal gebruikten de schrijvers bestaande, populaire melodieën om er nieuwe teksten op te schrijven. Zo kon hun literatuur een grote groep geïnteresseerden bereiken.