Het licht, dat een zo dominant motief is in de Verzen van Gorter, staat ook centraal in de poëzie van Hans Andreus (zie afbeelding).
Het eerste gedicht uit zijn debuutbundel Muziek voor kijkdieren (1952) begint met het vers ‘Ik groet het morgenlicht maar of het zich laat groeten’. Ook in zijn latere bundels, zoals Klein boek om het licht heen (1964), is zowel het reële zonlicht als het licht dat het volmaakte en oneindige symboliseert, prominent aanwezig.