De vrije, experimentele manier van schrijven maakt dat Gorter (zoals ook Gezelle) door latere generaties gezien werd als voorloper van de avant-garde in de Nederlandse poëzie. Dat geldt dan vooral het gebruik van het vrije vers en het belang van klankspel.
De nadruk op het muzikale en magische karakter van de poëzie plaatst de Verzen in de traditie van de ‘poésie pure’. De belangrijkste vertegenwoordigers daarvan zijn de Franse dichters Stéphane Mallarmé, Paul Verlaine en Paul Valéry.
In dat opzicht lopen zo verschillende dichters als Hendrik Marsman, Paul van Ostaijen en Jan Engelman (‘Vera Janacopoulos’) in zijn spoor.