-
Vorige
De donkere kamer van Damokles
Willem Frederik Hermans
1958 -
Volgende
Verzamelde gedichten
J.C. Bloem
1965
Toen Ivo Michiels (1923-2012) Het boek Alfa publiceerde, kon hij op weinig applaus rekenen. Critici dachten dat lezers er hun neus voor zouden ophalen. Veel te moeilijk was het, veel te modern.
Ivo Michiels (het pseudoniem van Henri Ceuppens) schreef aanvankelijk veeleer klassieke romans met een autobiografische inslag. Vanaf Het afscheid (1957) begon hij naar nieuwe literaire manieren te zoeken om zichzelf uit te drukken. In Het boek Alfa vond hij zijn eigen stem. Het zette de toon voor een cyclus die nog vier andere romans zou omvatten: Orchis militaris (1968), Exit (1971), Samuel O Samuel (1973) en Dixi(t) (1979). Tussen 1983 en 2001 werkte Michiels vervolgens een tiendelige Journal Brut uit, een even allesomvattend als uniek project.
Het boek Alfa is een overrompelende taalconstructie waarmee Michiels de ongebreidelde gedachtestroom van een twijfelende schildwacht weergeeft. Eigenlijk wil hij wel gehoorzaam blijven staan om de kazerne te bewaken. Als hij dat doet, dreigt hij weliswaar geestelijk te bezwijken aan de militaire terreur van het eeuwig in zijn hoofd hamerende links-rechts links-rechts. Om aan de waanzin te ontsnappen denkt hij aan de warme schoot van An, een vrouw die hij op een bijna onaardse manier idealiseert. Maar zijn wachtpost verlaten om haar ook echt op te zoeken, durft hij niet. Dan wordt hij als deserteur misschien ter dood veroordeeld.
Terwijl de schildwacht koortsachtig staat te twijfelen tussen stilstaan en bewegen, doemen allerlei nare herinneringen aan vernedering en pijn op in zijn hoofd. Steeds weer cirkelen zijn gedachten rond dezelfde vraag: doe je mee of durf je niet? Angstaanjagende beelden van laarzen, vlaggen en messen stapelen zich op, maar misschien kan de liefde het gebulder van de oorlog alsnog overstemmen. Of is er een God die de vlam van de hoop kan aanwakkeren?
Het boek Alfa is een explosie van vragen, twijfels en visioenen die als een woekerende stroom van woorden op de lezer wordt losgelaten. De roman ontwikkelt zich zo tot een gloeiende ode aan de verbeelding, de liefde en de taal. Tegelijk stelt hij de kracht daarvan ook in vraag. Wat heb je aan je gedachten als er ondertussen buiten een oorlog woedt? Kun je met je verbeelding wel weerwerk bieden tegen akelige mensen die met wapens staan te zwaaien? En kun je iemand echt liefhebben als je ondertussen compleet wordt beknot door de kerk, de staat en al het kwaad in andere mensen?
Het boek Alfa gaat niet over oorlog, het is oorlog. Het gaat niet over taal, het is taal. Daardoor krijg je er inderdaad kop noch staart aan, maar toch wist het boek een steeds groter publiek van avontuurlijke lezers voor zich te winnen. Daarin hebben de critici zich aardig vergist.
Peter Verhelst, die weleens ‘de literaire zoon van Ivo Michiels’ wordt genoemd, typeerde de auteur en zijn werk als volgt: ‘Als iemand er in de Nederlandse letteren in geslaagd is Van Ostaijen, Beckett, Joyce, Nabokov en Borges met elkaar te verbinden, dan is het Michiels. […] Sommige boeken zijn hun tijd vooruit. En blijken dan toch klassiek te zijn.’
Op deze pagina vind je audio- en videomateriaal over Ivo Michiels en Het boek Alfa.