Pas wanneer een woedende Artur dreigt het schaakbord dan maar zelf te zullen zoeken, biedt Walewein zich aan, niet zonder zich er eerst van verzekerd te hebben dat het de koning menens is met zijn belofte.
Op het eerste gezicht hebben we hier te maken met de karakteristieke aanhef van een Arturroman: Arturs hof wordt geconfronteerd met een uitdaging, waarna één ridder eropuit trekt om de verstoorde orde te herstellen. De passage lijkt geïnspireerd te zijn door de beginepisode van de – ook in het Middelnederlands vertaalde – Queste del saint Graal, waar de met witte zijde bedekte Graal Arturs paleis binnen- en weer buitenzweeft: ook in dat verhaal belooft Walewein plechtig om het – in dit geval: heilige – voorwerp te gaan zoeken.
Zo hebben de verder onbekende Waleweindichters Penninc en zijn opvolger, Pieter Vostaert, die de onafgewerkte roman van zijn voorganger voltooide, allerlei elementen uit de verhalende literatuur van hun tijd – niet alleen uit Arturromans, maar ook uit de Tristan, de Karelepiek, de visioenenliteratuur, de Bijbel en zelfs de Reynaert verwerkt tot een ongemeen speelse én spannende roman. En dat is nog niet alles: een koning die zijn rijk belooft aan wie een uitdaging tot een goed einde brengt: dat doet dan weer aan sprookjes denken.
Ook het grondplan van het verhaal komt met dat van een sprookje overeen. Een heel gelijkaardig verhaal werd veel later door de gebroeders Grimm in hun Kinder- en Hausmärchen opgetekend als ‘De gouden vogel’. Net zoals de jongste koningszoon daar slechts een gouden vogel kan bemachtigen in ruil voor een kostbaar paard dat hij op zijn beurt moet ruilen voor een wondermooie prinses, zo moet Walewein respectievelijk het zwaard met de twee ringen en de schone Ysabele veroveren om uiteindelijk met het schaakbord naar het hof van Artur terug te keren. In beide verhalen krijgt de held ook de hulp van een sprekende vos, die een betoverde prins blijkt te zijn.
Maar op dit stramien zijn allerlei nevenepisodes geënt. Die doen ons Walewein als een voortreffelijk ridder, als der avonturen vader, kennen: hij doodt draken en rovers, verdedigt mishandelde jonkvrouwen, geeft verslagen ridders een tweede kans, leent zelfs zijn trouwe paard uit aan een jonge knaap die van zijn rijdier is beroofd, dient een boze ridder de laatste sacramenten toe en geeft hem een christelijk graf. Maar tegelijk zien we hem stuntelen: hij laat zijn wapens en zijn paard stelen door een vos, durft – anders dan Lancelot in andere romans – de zwaardbrug niet over, valt in slaap zodat zijn geliefde wordt ontvoerd, deelt haar wel heel laat mee dat hij haar in opdracht van een ander uit haar vaders rijk heeft gehaald, en heeft er blijkbaar ook geen problemen mee dat ze aan het eind van het verhaal weer aan de zijde van haar vader braaf huiswaarts gaat.
Kortom, de Walewein confronteert ons met een bizarre mengeling van ridderlijk-hoofs idealisme en hilarische, soms bijna Blackadderiaanse slapstick. Het resultaat is een complexe roman die desalniettemin erg aantrekkelijk is voor al wie van mening is dat de lectuur van een gecanoniseerd werk niet altijd gepaard moet gaan met diepe rimpels en doodse ernst.
Klara maakte een prachtige podcast over de literaire canon. Vijftig lezers vertellen daarin over hun favoriete canonwerk. In deze aflevering hoor je literatuurwetenschapper Mike Kestemont over Walewein.
Meer audio- en videomateriaal over Walewein vind je op deze pagina.
Meer weten?
- De jeeste van Walewein en het schaakbord van Penninc en Pieter Vostaert. Artur-epos uit het begin van de 13e eeuw, uitgegeven, verklaard en ingeleid door G.A. van Es, 2 delen (Zwolse drukken en herdrukken voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden). Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink, 1957.
- Dutch Romances. Volume I: Roman van Walewein, edited by David F. Johnson & Geert H.M. Claassens (Arthurian Archives, 6). Cambridge: D.S. Brewer, 2000.
- Penninc und Pieter Vostaert, Roman van Walewein, herausgegeben und übersetzt von Johan H. Winkelman & Gerhard Wolf (Bibliothek mittelniederländischer Literatur, 5). Münster: agenda Verlag, 2010.
- Bart Besamusca & Erik Kooper (red.), Originality and Tradition in the Middle Dutch Roman van Walewein (Arthurian Literature, 17). Cambridge: D.S. Brewer, 1999.
- Veerle Uyttersprot, ‘Entie hoofsche Walewein, sijn gheselle was daer ne ghein’. Ironie en het Walewein-beeld in de Roman van Walewein en in de Europese middeleeuwse Arturliteratuur (proefschrift KU Brussel 2004).
Voor de leraar: