Al kort na het verschijnen van Mei (1889) veranderde Gorters poëzie: ‘ik had zelf dat onmiddellijke leven zo lief, ik had zo’n voorgevoel ook dat er in dat leven een nog veel diepere schoonheid lag, dat ik besloot te trachten poëzie te maken van de onmiddellijke realiteit – zonder de traditie van vroegere tijden.’