De kleine Johannes
De kleine Johannes is een bildungsroman, waarin het kind Johannes afscheid neemt van zijn kindertijd, de wijde wereld leert kennen, onder de onttovering van die wereld lijdt, en zich ten slotte verzet tegen een al te wetenschappelijke en cynische kijk. Hij kiest een menslievend levenspad.
Van kinderlijke harmonie naar volwassen hebzucht
De kleine Johannes verscheen in 1887 in boekvorm, nadat het in 1885 al in hoofdstukken in De Nieuwe Gids was gepubliceerd. De huisarts-psychiater-schrijver Frederik van Eeden (1860-1932) maakte er later een trilogie van, maar wanneer naar De kleine Johannes wordt verwezen, hebben mensen het meestal over dit eerste deel. Met Johannes wilde Van Eeden over zijn eigen coming of age schrijven.
Johannes groeit op bij zijn vader, die zijn liefde voor de natuur op de jongen overbrengt. Dobberend in een bootje ontmoet Johannes op een dag de elf Windekind, die hem verkleint en meeneemt naar de wereld van insecten en andere dieren, elfen en kabouters. Door Windekind kan Johannes met hen praten en door de lucht zweven. Hij leert dat het menselijke perspectief niet de enige manier is om naar de wereld te kijken. Johannes deelt de afkeer die de natuurwezens voelen voor mensen. Windekind stelt voor bij hem te blijven en draagt Johannes op mensen nooit over hem te vertellen.
Ook het gouden sleuteltje dat hij van Windekind krijgt moet geheim blijven. Ooit zal het hem toegang verschaffen tot het Grote Licht. Windekind belooft hem harmonie.Ondanks zijn grote liefde voor Windekind raakt Johannes in de ban van kabouter Wistik, die erachter komt dat Johannes in het bezit is van het sleuteltje, en hem voorspiegelt dat het past op een gouden kistje met daarin een boek waarin alles wordt verklaard. Wistik is een van de allegorische personages die Johannes ontmoet. Hij staat voor de honger naar kennis, en zorgt ervoor dat de nieuwsgierige Johannes Windekind verraadt en kwijtraakt. Windekind symboliseert de zuivere onschuld van het kind, de harmonische rust en dromerige magie van de kindertijd.
Spiritualiteit en onttovering
Johannes’ wedervaren lijkt hem steeds verder van het Grote Licht af te brengen. Naar zijn vader durft hij niet meer terug. Dwalend door het nu akelige bos, wordt hij opgevangen door een houthakker en zijn vrouw. Hij wordt ook verliefd, op Robinetta: het meisje lijkt op Windekind. Ze trekken samen op en de natuur raakt weer bezield. Opnieuw verbreekt Johannes zijn belofte: hij vertelt Robinetta over het sleuteltje en het boek dat alles verklaart. Ze denkt dat hij het over de Bijbel heeft en neemt hem mee naar haar gelovige gemeenschap.
Wanneer Johannes daar zijn pantheïstische kijk op spiritualiteit deelt, lachen de mensen hem eerst uit, maar als hij verklaart geen eerbied te hebben voor God, wordt de sfeer ronduit vijandig. Robinetta mag hij niet meer zien. Daarna ontmoet Johannes de naargeestige Pluizer, die de onttovering onverbiddelijk doorzet. Pluizer neemt Johannes mee naar de grote stad en drukt hem met de neus op de feiten: arbeiders worden uitgebuit in vervuilende fabrieken, op een bal doen de feestvierders zich beter voor dan ze zijn. Liefde en harmonie bestaan niet, aldus Pluizer. In de wolken is het nat en kil, en de sterren beklemtonen alleen maar dat de mensen niets zijn. Johannes ontmoet ook de Dood, en met Pluizer en de Dood brengt hij in een andere dimensie een bezoek aan zijn eigen lijk, waaraan insecten zich tegoed doen. Alles wordt uiteindelijk verklaard, maar dan door wetenschappers, die aantonen dat er in wezen enkel cijfers bestaan. Pluizer neemt Johannes mee naar Dr. Cijfer, die enkel nog in zijn wetenschappelijk onderzoek is geïnteresseerd en soms ‘Wistik, Wistik’ mompelt.
‘Waar de mensheid is’
Johannes wordt er steeds moedelozer van: ‘Hoe meer hij leerde, hoe meer zijn verlangen week.’ Wel verlangt hij ernaar zijn vader terug te zien. Pluizer en de Dood nemen hem mee naar het huis waar Johannes opgroeide. Hij is er twee jaar niet geweest en nu ziet hij er zijn vader sterven. Wanneer Pluizer een autopsie op het lichaam wil uitvoeren, gaat Johannes hem te lijf. Tijdens het gevecht verdwijnt Pluizer. De Dood complimenteert hem met de overwinning.
Johannes trekt de duinen in en ontwaart Windekind in de verte. Er is echter ook een andere figuur, die niet met God of Jezus aangesproken wil worden, maar die beweert meer dan een mens te zijn. Hij doet Johannes inzien dat hij wel degelijk van de mensen houdt en geeft hem de keuze hem te volgen: ‘Waar de mensheid is en haar weedom, daar is mijn weg.’ Johannes volgt hem.