Moriaen
De Arthurromans spreken al eeuwenlang tot de verbeelding, maar tussen al die ridders en avonturiers is er maar één zwarte ridder: Moriaen. Zijn verhaal – bijna 800 jaar oud, maar verrassend actueel – toont hoe het Arthurgenre ruimte biedt voor transformatie, diversiteit en nieuwe perspectieven.
Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel waren in de middeleeuwen bijzonder geliefd. In grote delen van Europa werden verhalen over hen verteld. Aanvankelijk waren dat mondelinge verhalen, maar vanaf de twaalfde eeuw werden de spannende avonturen over de legendarische koning en zijn ridders meer en meer op schrift vastgelegd. Vooral de Franse dichter Chrétien de Troyes heeft veel bijgedragen aan de populariteit van het genre. Hij schreef als eerste over Lancelot, die een geheime relatie had met koningin Guinevere, en over Perceval, die op queeste ging naar de mysterieuze graal – een verhaal dat hij rond 1190 schreef voor de graaf van Vlaanderen, maar dat hij zelf niet heeft kunnen voltooien.
De queeste van de zwarte ridder
De verhalen van Chrétien werden aangevuld en geïmiteerd, vertaald en bewerkt. Nieuwe personages maakten hun opwachting en zij beleefden op hun beurt spannende, sprookjesachtige avonturen: het middeleeuwse publiek kon er niet genoeg van krijgen. En toch loopt er in die verhalenwereld slechts één zwarte ridder rond. Zijn naam is Moriaen en zijn verhaal wordt verteld in de Middelnederlandse Roman van Moriaen. Moriaen is geboren in het land Moriane, waar alle mensen zwart zijn. Zijn vader is Agloval, ridder van de ronde tafel en broer van Perceval. Agloval had een korte relatie met de moeder van Moriaen, maar was vertrokken zonder te weten dat ze zwanger was.
Hij beloofde wel terug te keren en met haar te huwen, maar daar was niets van gekomen. Voor Moriaen en zijn moeder waren de gevolgen desastreus: ze verloren al hun bezittingen en werden met schande overladen. Eenmaal volwassen trekt de boomlange, zwarte Moriaen eropuit om zijn vader aan zijn belofte te herinneren.
En zo komt Moriaen naar het rijk van koning Arthur. Lancelot en Walewein zijn al negen dagen onderweg om Perceval te zoeken en vinden plots deze zwarte ridder op hun weg. Omdat Moriaen dreigende taal uitslaat, daagt Lancelot hem uit voor een duel. Dat wordt een hevig gevecht van leven op dood. Walewein houdt zich afzijdig. Hij bedenkt dat de ridder er weliswaar uitziet alsof hij regelrecht uit de hel komt – hij is, afgezien van zijn tanden, zo zwart als een raaf – maar hij heeft hem ook de naam van God horen uitspreken. Walewein haalt de twee vechtjassen uit elkaar en dan vertelt Moriaen zijn verhaal. Lancelot en Walewein zijn tot tranen geroerd. Ze besluiten samen verder te trekken op zoek naar Perceval én Agloval.
Moriaen blijft tijdens zijn zoektocht moeite ondervinden bij contacten met witte mensen. Wanneer hij een boot wil nemen, vluchten de schippers weg omdat ze denken dat hij een duivel is. Uiteindelijk worden alle individuele en gemeenschappelijke queesten van de rondetafelridders echter tot een goed einde gebracht: Agloval en Perceval worden teruggevonden, een grote vijand van Arthur wordt verslagen, en Agloval huwt met de moeder van Moriaen. Moriaen wordt uiteindelijk door iedereen gerespecteerd en ook zijn moeder is in ere hersteld. Eind goed, al goed.
Wereldliteratuur
Moriaen blinkt uit in de manier waarop emoties voelbaar worden gemaakt: angst, vertwijfeling, opluchting. Een canontekst werd het verhaal vooral dankzij de Engelse vertaling die Jessie L. Weston in 1901 publiceerde. Zij zorgde ervoor dat ‘Sir Morien’ zijn entree maakte in de wereldliteratuur. Vooral de laatste jaren blijkt hoe inspirerend dit personage is. Zo publiceerde de Britse dichter Jay Bernard The Red and Yellow Nothing (2014), in de ondertitel aangeduid als een ‘prequel to the tale of Sir Morien’. Moriaen is hier non-binair – net als de dichter – en maakt de nodige transformaties door vooraleer de wereld van Arthur te betreden. Heel bijzonder is ook Sir Morien, The Legend of a Knight of the Round Table (2023), een prentenboek voor kleuters dat is geschreven door de Amerikaanse succesauteur Holly Black samen met dichter Kaliis Smith en illustrator Ebony Glenn. Moriaen heeft zijn kwaliteiten als ridder niet enkel aan zijn witte vader te danken, zo blijkt:
Prince Morien was brave and clever and true. He lived with his mother, a princess, in northern Africa. Together, they went on many quests – doing good and having daring adventures. They tamed a dragon in Timbuktu. They surfed with crocodiles on the Nile and vanquished every last vegetable on the dinner table.
Wit of zwart, oud of jong, man of vrouw: de transformaties maken dat velen zich kunnen identificeren met deze avontuurlijke ridder.
-
Editie en vertalingen
- De Middelnederlandse tekst is uitgegeven door H. Paardekooper-Van Buuren & M. Gysseling, Moriaen. Zutphen: W.J. Thieme & Cie, 1971. Deze editie is ook opgenomen in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).
- Een Nederlandse prozavertaling geeft Ludo Jongen, Walewein, de neef van koning Arthur. Amsterdam: Em. Querido's Uitgeverij, 1992, p. 69-139 (deze vertaling is ook te vinden in de DBNL).
- Een andere vertaling biedt Ingrid Biesheuvel, De ridders van de Ronde Tafel. Arturverhalen uit de Lage Landen. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2012, p. 295-370.
-
Meer weten
- Elissa Wuyts schreef voor Literatuurgeschiedenis.org een korte inleiding bij de Roman van Moriaen. Daar zijn ook enkele citaten met vertaling opgenomen.
- Op de website van Literatuurgeschiedenis.org is tevens een gefilmde smaakmaker bij het verhaal van Moriaen te vinden.
- Een introductie tot het Arthurgenre bieden de kennisclips over Koning Artur in de MOOC Middelnederlands.