Kies je taal:

Karakter
F. Bordewijk


1938, proza
Bordewijk Karakter 1

In Karakter vertelt de Nederlandse auteur Ferdinand Bordewijk (1884-1963) het verbijsterende verhaal van Jacob Willem Katadreuffe, de onechte zoon van Jacoba (Joba) Katadreuffe en Arend Barend Dreverhaven. Deze drie karakters leven voortdurend op voet van oorlog met elkaar, zij negeren of pesten elkaar, maar ze worden ook onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken.

Als achttienjarig dienstmeisje wordt Joba door haar baas, deurwaarder Dreverhaven, aangerand. Later weigert ze, tot driemaal toe, een huwelijksaanzoek van hem en ze wijst ook elke financiële tegemoetkoming af. Als alleenstaande moeder voedt ze haar zoon, Jacob Willem Katadreuffe, met harde hand op, vechtend tegen miserie en armoede. Op de duur kan hij toch het huis uit om op eigen benen te staan. Katadreuffe spreekt over zijn moeder, ‘die zo van hetzelfde bloed was als hij, dat zij elkaar niet verdroegen’, alleen in termen van ‘haar’ en ‘zij’.

Maar Dreverhaven spant, in termen van ‘onmogelijk karakter’ de kroon. Hij is niet alleen een meedogenloze deurwaarder, hij dwarsboomt op alle mogelijke manieren zijn zoon, die enkel lagere school heeft gelopen en die het, vastberaden en met bijna onmenselijke inspanningen, tot advocaat wil schoppen. Tot drie keer toe laat de vader zijn zoon failliet verklaren, alleen de laatste keer lukt dat niet. Naarmate Katadreuffe hardnekkig en verbeten vechtend en studerend zijn doel in het vizier krijgt, verandert ook zijn karakter: ‘van lieverlede werd hij wat menselijker (…) Hij voelde wel eens deernis, hij was ook wel eens verborgen enthousiast.’

Parallel daaraan nemen de wreedheid en de machtsgeilheid van deurwaarder Dreverhaven toe, maar hij kan niet meer verhinderen dat zijn zoon advocaat wordt. Met zijn diploma en zijn titel in de hand maakt Katadreuffe de balans op: hij breekt met zijn vader, zijn moeder heeft tbc en is stervende, van zijn enige vriend Jan Maan, een uitbundige arbeider met communistische sympathieën, is hij vervreemd en het meisje Lorna te George, ‘wier warmte hij had versmaad’ is dan maar met iemand anders getrouwd: ‘het was alles een droefheid.’

De ‘Roman van zoon en vader’, zoals de ondertitel luidt, begint in razende vaart en leest als een spannend verhaal. Als Katadreuffe als jongste bediende op een advocatenkantoor mag beginnen en zich daar nog meer bewust wordt van zijn ambitie, vertraagt het tempo. De auteur, Ferdinand Bordewijk, heeft zelf na zijn rechtenstudies een aantal jaren op een advocatenkantoor in Rotterdam gewerkt. Dat moet een inspiratiebron voor deze roman zijn geweest.

Bordewijk voert beklijvende personages op, met vaak karikaturale trekken en buitengewone namen: Stroomkoning, Rentenstein, De Gankelaar, en ook Hamerslag en Hieperboree, de wrede handlangers van Dreverhaven.

Karakter is een tocht doorheen de donkere psyche van de mens, geen van de personages is eendimensionaal. Universele thema’s als machtsmisbruik, seksisme en extreem machogedrag dooraderen het boek. Vrouwonvriendelijke opmerkingen zijn het boek niet vreemd. Zo vindt Katadreuffe de typiste Van de Born ‘met al haar jeugd hoogst hinderlijk geëmancipeerd’ en als juffrouw Kalvelage hem een opdracht geeft, voelt hij zich aanvankelijk ‘vaag vernederd’. En toch, ondanks de manier waarop ze soms bejegend worden, dwingen de vrouwen in dit boek respect af: Joba Katadreuffe, die te trots is om enige hulp van haar overweldiger aan te nemen en die de kracht opbrengt om haar zoon op te voeden, en de zojuist genoemde Catharina Kalvelage, die zich uiteindelijk als een bijzonder intelligente, humoristische en zelfverzekerde vrouw manifesteert.

Motieven als machtswellust en totalitair gedrag kwamen eerder al aan bod in Bordewijks korte roman Bint, die vier jaar voor Karakter, samen met Blokken en Knorrende beesten, werd gepubliceerd. Bint is de naam van de dictatoriale schooldirecteur die met ijzeren tucht ‘zijn’ klas domineert en manipuleert. De zelfmoord waartoe een van zijn leerlingen gedreven wordt, zal uiteindelijk de ondergang van Bint betekenen, maar de opvolging van zijn haast sadistisch disciplinair systeem wordt verzekerd door de nieuwe leraar De Bree. Net als in Karakter gebruikt Bordewijk ook in die roman uiterst korte, geserreerde zinnen. Die stijl wordt ‘nieuwe zakelijkheid’ genoemd.

Ferdinand Bordewijk

In 1957 krijgt Bordewijk de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre. Zijn Verzameld Werk verschijnt vanaf 1981 in elf delen. In 1997 werd Karakter door Mike van Diem met veel succes verfilmd, met Jan Decleir als de vervaarlijke Dreverhaven. Deze film werd in 1998 bekroond met de Oscar in de categorie Beste niet-Engelstalige film.

De filmversie met Jan Decleir als Dreverhaven.


Op deze pagina vind je audio- en videofragmenten over Ferdinand Bordewijk en Karakter.

Meer weten?


Voor de leraar:

Karakter 1

Context