Skip to main content
Waar ben je naar op zoek?

Rijmsnoer om en om het jaar

Guido Gezelle
Canon 2025 1897, poëzie

Sinds jaar en dag bestaan er overal ter wereld rituelen die de overgang tussen de seizoenen met vieringen overbruggen, van volkstradities tot religieuze feesten. In de Nederlandse literatuur bezitten we een poëziebundel van de Vlaamse dichter Guido Gezelle die deze jaarcyclus als structuurprincipe gebruikt. Rijmsnoer uit 1897 is een indrukwekkende verzameling van 231 virtuoze gedichten (waaronder 84 korte verzen) die volgens de maanden van het jaar geordend zijn, ook al zijn ze niet per se in die maand geschreven. 

De volledige titel van de bundel verduidelijkt het cyclische principe: Rijmsnoer om en om het jaar. De verzen volgen de wenteling van de seizoenen door de wisselingen in de natuur te beschrijven, intens te beleven en zinvol te duiden in religieuze zin. Voor de dichter Gezelle, die een negentiende-eeuwse katholieke priester was, waren de natuur en de aarde immers sacraal en bezield met de adem Gods. Gods aanwezigheid is tastbaar tot in de kleinste dingen en wezens, en de dichter streeft naar de opperste ‘uitspreekbaarheid’, zoals hij dat zelf noemt, om die in taal en vorm onder woorden te brengen.

Dichterlijke taal

Het instrument dat Guido Gezelle daarbij hanteert is het Vlaams, en alleen al daarom kunnen we hem de Vlaamse dichter bij uitstek noemen. Alleen al het uitzicht van de bundel verraadt Gezelles aandacht voor de Vlaamse taal, die hij telkens weer prees omdat zij als geen ander vrij en zuiver was. Hij bedoelde daarmee dat het Vlaams amper veranderd was sinds de allereerste bronnen, en nog steeds ‘ongeschonden’ te horen was in de spreektaal van het Vlaamse volk. Hij benoemt de maanden van het jaar trouwens ook met de oude volkstalige termen, zoals Grasmaand (april) of Hooimaand (oktober). 

Gezelle voegde een zeer uitgebreide woordenlijst toe, voorzien van een motto van de Franse Occitaanse dichter Jacques Jansemin: ‘Oude woorden zijn meer weerd als oude gesteenten.’ Hij deed dat niet louter als filoloog, maar wel degelijk als dichter, die deze ‘dichterlijke taal’ gebruikt als een bron van inspiratie en creatieve energie. Een oud Vlaams woord bezit volgens hem een eigen poëtische levenskracht en is in begenadigde momenten zelfs in staat om het scheppingsproces van een gedicht op gang te brengen (zoals in ‘Pereat Dies!’). De oude dichter moet zich in de jaren 1890 van die expressieve kracht bewust zijn geweest. Enkele kortere gedichten uit de ‘Aanhang’ van Rijmsnoer reflecteren immers op dit ontstaansproces van het ‘vruchtbare’ talige dichterschap dat verzen vindt en ‘baart’ (‘Slapende botten’). 

Natuur en lyriek: Gods wonder in woorden gevat

Rijmsnoer bevat veel gedichten die de natuur begroeten en loven als het werk van God, dat voor de ‘schamele’ mens uiteindelijk een mysterie (‘Gods geheimenis’) blijft. Dat neemt niet weg dat zelfs de lofliederen over de ongereptheid en gulheid van de natuur zijn vermengd met gevoelens van onmacht, lusteloosheid, vergankelijkheid en pessimisme. In de natuur wordt de strijd uitgevochten tussen leven en dood, goed (lente, zon) en kwaad (winter, duisternis). Het verleden staat dan weer garant voor geborgenheid en verbondenheid (‘Terug’). 

De empathische dichter identificeert zich bij herhaling met zaken en dingen om het verborgene uitspreekbaar te maken. Opvallend is dat hij daarbij vooral oog heeft voor natuurlijke wezens (een vis, een vogel, een koe) die niets anders doen dan Gods wil volbrengen. In hun onbewuste conditie peilt de dichter naar Gods wonder. De duiding ervan maakt de dichter meer dan eens expliciet, maar het gebeurt ook dat die didactische wending uitblijft. Het gedicht bestaat dan louter uit een overweldigende waarneming en een poging om die momentane indruk op een precieze en unieke manier taal te laten worden (‘Jam sol recedit’). 

De lyrische dichter haalt daarbij alle mogelijke literaire middelen uit de kast op het gebied van ritme, klanksymboliek, metriek, strofebouw en typografie. Ook al schreef Gezelle min of meer geïsoleerd van de literaire actualiteit, toch vertoont Rijmsnoer verwantschap met het impressionisme en symbolisme. 

  • Aanbevolen edities

    Aanbevolen editie

    G. Gezelle, Poëzie en proza (red. P. Couttenier en A. De Vos), Amsterdam: Bert Bakker, 2002. Op DBNL: https://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=geze002poez01

    Verder: G. Gezelle, Verzameld dichtwerk, 8 dln., (red. J. Boets e.a.), Antwerpen-Amsterdam: De Nederlandsche Boekhandel/Pelckmans, 1980-1991 en Jubileumuitgave van Guido Gezelle's volledige werken., 18 dln., (red. F. Baur e.a.), Brussel/Amsterdam: Standaard Boekhandel, 1930-1939.