Kies je taal:

Der naturen bloeme
Jacob van Maerlant


± 1270, natuurenyclopedie
Maerlant Cover Dernaturenbloeme

Wat in onze tijden van zelfprofilering vanzelfsprekend lijkt, was in de middeleeuwen juist de uitzondering: een auteur die al in de allereerste regel van zijn werk zijn naam bekendmaakt.

In de Nederlandstalige literatuur van de dertiende eeuw zijn daarvan slechts twee voorbeelden te vinden: dat van Willem, die de Reynaert maakte en dat van Jacob van Maerlant in zijn Der naturen bloeme (Het beste uit de natuur).

Daar klinken de eerste regels zo:

Jacob van Maerlant, die dit dichte,
omme te sendene terer gichte [= als een gift]
wille dat men dit boec noeme
in Dietsche Der naturen bloeme

Nu had Maerlant alle reden om zichzelf op de voorgrond te plaatsen. Niet alleen had hij, toen hij omstreeks 1270 Der naturen bloeme schreef, al een imposant œuvre op zijn naam, maar vooral bracht hij met dit werk een indrukwekkend overzicht van wat in zijn tijd aan kennis over de natuur voorhanden was.

Standbeeld van Jacob van Maerlant in Damme (door H. Pickery, 1860)

In dertien boeken, die samen een zeventienduizendtal verzen beslaan, laat hij Gods schepping aan ons voorbijtrekken: de diverse mensenrassen en wondervolkeren, de viervoetige dieren, de vogels, de watermonsters (zoals de krokodil en de meermin), de vissen, de slangen, de insecten, de ‘gewone’ bomen, de specerijbomen, de kruiden, de bronnen, de stenen en de metalen. Geen andere schrijver in de volkstaal, niet in de Nederlanden maar ook niet in de rest van West-Europa, had hem dit ooit voorgedaan.

Maerlant baseerde zijn Der naturen bloeme op een werk waarvan het gezag voor hem boven alle twijfel verheven was: het Liber de natura rerum (Boek over de natuur der dingen), een natuurencyclopedie die omstreeks 1241 was ontstaan en die door velen – ook door Maerlant – toegeschreven werd aan een van de grootste geleerden van de dertiende eeuw: de Keulse dominicaan Albertus Magnus. Die toeschrijving was onjuist: het werk is van een van Albertus’ leerlingen, de Leuvense dominicaan Thomas van Cantimpré. Maar het was wel in de geest van Albertus opgesteld. Diens werk was in hoge mate beïnvloed door het œuvre van de Griekse filosoof Aristoteles, dat in de dertiende eeuw in het Westen was herontdekt. Bijgevolg is Aristoteles in Thomas’ natuurencyclopedie (en dus ook bij Maerlant) alom aanwezig.

Al bevat Der naturen bloeme in onze ogen heel wat onwaarheden, Maerlant wilde zijn publiek wel degelijk toegang verschaffen tot de wetenschappelijke kennis van zijn tijd, die toen in voor de meeste mensen ontoegankelijke Latijnse geschriften opgeslagen was. Nutscap ende waer, nuttige en ware kennis, wou hij hen leren, en daarom moesten ze geen aandacht schenken aan de favelaren, aan dichters die verzinsels brachten, zoals zijn tijdgenoot Willem, de schrijver van de Reynaert en de verloren gegane Madocke. Van die werken lijkt Maerlant geen hoge pet te hebben opgehad. Dit nes niet Madox droem no Reynaerts boerden, verklaart hij zelfbewust aan het slot van zijn Rijmbijbel, een ander omvangrijk werk waarin hij de hele gewijde geschiedenis, van de schepping tot de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen, uit de doeken had gedaan.

De eerste lezer van Der naturen bloeme zal de Zeeuwse edelman Nicolaas van Cats zijn geweest, aan wie Maerlant zijn gedicht ten geschenke stuurde. Maar het werk vond al vlug zijn weg naar geestelijken en welstellende burgers. Maerlant was immers een briljant leermeester, die geleerdheid op zo’n wijze wist te verpakken dat zijn werk niet alleen kennis maar ook ontspanning bood.

Voor de veertiende-eeuwse Antwerpse schrijver Jan van Boendale was Maerlant dan ook de vader der dietsche dichtren algader. En tot vandaag kan hij gelden als een lichtend voorbeeld voor iedereen die de kloof tussen wetenschap en belangstellende leken probeert te overbruggen.

Amazones (Miniatuur uit: 'Der naturen bloeme', manuscript Koninklijke Bibliotheek van Nederland)

Meer weten?

Klara maakte een prachtige podcast over de literaire canon. Vijftig lezers vertellen daarin over hun favoriete canonwerk. In deze aflevering vertelt literatuurwetenschapper Mike Kestemont wat er zo opmerkelijk is aan Der naturen bloeme.

Op deze pagina vind je heel wat videomateriaal over Der naturen bloeme.

Op de DBNL is het volledige werk terug te vinden in: Maurits Gysseling (ed.), Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), m.m.v. en van woordindices voorzien door Willy Pijnenburg. Reeks II: Literaire handschriften, deel 2, Der naturen bloeme. ‘s Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1981.

Dit is een andere uitstekende editie :
  • Eelco Verwijs (ed.), Jacob van Maerlant’s Naturen bloeme (Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde). Groningen: J.B. Wolters, 1878 (herdruk: Arnhem: Gijsbers & van Loon, 1980).
Omzettingen in hedendaags Nederlands (bloemlezingen):
  • Jacob van Maerlant, Het boek der natuur. Samenstelling en vertaling: Peter Burger (Griffioen). Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij, 1989.
  • Maerlants werk. Juweeltjes van zijn hand. Met inleidingen en vertalingen door Ingrid Biesheuvel. Amsterdam: Delta – Ambo/Amsterdam University Press, 1998, p. 312-353.
Achtergrondliteratuur:
  • Frits van Oostrom, Maerlants wereld. Amsterdam: Prometheus, 1996.
  • Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2006, p. 502-548.
Voor de leraar:
Dernaturenbloeme

Context