Skip to main content
Waar ben je naar op zoek?

Pallieter

Felix Timmermans
Canon 2025 1916, roman

Pallieter is een verrukkelijke ode aan het pure leven. Meer dan een verhaal is het een ervaring die als geen enkele andere Vlaamse roman wereldwijd zoveel lezers wist te raken.

Een beroepsflierefluiter die luistert naar de unieke naam Pallieter wordt verliefd op een zekere Marieke, trouwt met haar, krijgt – hupsakee – een drieling, en trekt er aan het eind met het hele gezin op uit, de wijde wereld in. Voilà, daar heb je in één zin zowat de hele plot van Pallieter, het in 1916 verschenen romandebuut van Lierenaar Felix Timmermans. Wie snakt naar bloedstollende intriges of diepgravende psychologie, klopt hier dan ook aan bij het verkeerde loket. 

Met zijn aaneengeregen episoden en goed gedoseerde lolbroekerij volgt Pallieter het stramien van een schelmenroman. De geest van Charles De Costers Legende van Tijl Uilenspiegel (1867) zweeft over de bladzijden, en ook Reinaert – picaro avant la lettre – loert geregeld om het hoekje (Pallieter heeft zelfs zijn huis naar de sluwe vos genoemd). 

Maar een vluchtige samenvatting doet Pallieter tekort: dit is geen verhaal om snel na te vertellen, maar een ervaring – en dan nog een heel bijzondere ook, want geen enkele andere Vlaamse roman zou wereldwijd zoveel lezers raken in het klokhuis van hun ziel. ‘Lees dit boek, je zult lachen, maar ook diep ontroerd worden’, vatte de grote dichter Rainer Maria Rilke het kernachtig samen. Hij noemde Pallieter in dezelfde adem nog ‘een meesterwerk van vandaag en voor de eeuwigheid’ en werd daarin bijgetreden door Willem Kloos, Hermann Hesse, Frederik van Eeden, Stefan Zweig en vele, vele andere literatuurliefhebbers. 

Het vette en het vrome

Wat maakte Pallieter nu zo onweerstaanbaar? Een deel van de verklaring is dat Timmermans’ Vlaanderen tot de verbeelding sprak. Hij schilderde een land van uitbundige kermissen en pittoreske begijnhoven, van schranspartijen en Mariadevotie, van schuimend bier en paternosters, van ongerepte bossen en vruchtbare akkers.

Dit plaatje speelde in op de nostalgie van de gemiddelde Vlaamse lezer en oefende op buitenlanders een exotische bekoring uit. Maar het succes hiertoe herleiden zou veel te simpel zijn. Minstens zo aanstekelijk was de ongetemde levenslust die Pallieter demonstreert van de allereerste tot de allerlaatste bladzijde. Als een nieuwe Adam geniet hij, het liefst van al in zijn blote flikker, zorgeloos en zonder schaamte van wat het leven hem dag na dag, seizoen na seizoen, te bieden heeft. Piekeren heet zinloos: ‘de “waarom” komt ge toch niet te weten’! (p. 16) En dus eet, drinkt, speelt, zingt en bemint de zelfverklaarde ‘dagenmelker’ Pallieter er duchtig op los. 

Toch had Rilke het niet verkeerd voor: tussen alle lachbuien en pleziertjes door biedt deze roman volop ruimte voor stille ontroering en spiritualiteit. Kerken laat Pallieter links liggen, en anders dan zijn meid Charlot heeft hij niets met rozenkransen en boeteprocessies. Volgens hem zijn dat maar tekenen van bijgeloof en door eigenbelang uitgeholde rituelen. Nee, Pallieter ontdekt het goddelijke op eigen houtje in de wereld, op zijn omzwervingen door het bezielde en zinnenprikkelende landschap van bossen, beemden en rivieren.

Juist tijdens die eindeloze natuurwandelingen leert deze roman de lezer opnieuw – of misschien wel voor het eerst – te luisteren naar het ruisen van de regen, het lied van de merel of het gekraak van verse sneeuw. Zelfs schijnbaar onbeduidende gewaarwordingen kunnen zo aanleiding geven tot verwondering. Doeltreffender dan menig modern zelfhulpboek leert Pallieter ons te genieten van het hier en nu, en afscheid te nemen van haast, hebberigheid en conformisme. In die zin kun je de roman lezen als het Vlaamse antwoord op Henry David Thoreaus Walden, or Life in the Woods (1854).

Een ecologische roman?

Nog steeds actueel is bovendien de onvoorwaardelijke liefde voor Moeder Natuur, die Pallieter onder meer toont door het op te nemen voor mishandelde paarden, een klemgeraakt vosje of eeuwenoude bomen die met omhakken worden bedreigd. Daarmee sluit Timmermans’ ruim honderd jaar oude bestseller goed aan bij recente ecologische romans, zoals het bekroonde The Overstory (2018) van Richard Powers. 

Pallieter blijft, kortom, een verrukkelijke ode aan het volle leven die nog steeds een plek verdient in de wereldliteratuur. En dat is erg zeldzaam – om niet te zeggen uniek – voor een in Vlaanderen geschreven roman.

  • Meer weten?
    • Felix Timmermans, Pallieter, ed. Kevin Absillis & Wendy Lemmens, Polis, 2016.  Deze van een verhelderend nawoord voorziene editie is zorgvuldig gerestaureerd naar de allereerste (ongecensureerde) druk uit 1916. De tweede druk (intussen onder imprint van Pelckmans) is nog altijd leverbaar.
    • K. Absillis, ‘Lot er ons de sijs van aflakke’. Bij de honderdste verjaardag van Pallieter, in: F. Timmermans, Pallieter, 2016, p. 221-286.
    • K. Absillis, Staatsgevaarlijke Reynaertepiek. Over Boudewijn (1919) en Felix die Pallieter maakte, in: Tiecelijn, jg. 30, 2017, p. 40-69.
    • K. Absillis & M. de Bont, Een vrolijke Frans. Felix Timmermans’ Pallieter (1916) en de navolging van Sint-Franciscus, in: Cahier voor literatuurwetenschap 12, 2020, p. 47-62.
    • K. Absillis & F. Mus, Between Heimat and world: Belgian perspectives on the success of Felix Timmermans’ novel Pallieter (1916) in Germany and France, Perspectives. Studies in translatology, 32:6, 2024, p. 984-1000.
    • Over Felix Timmermans: Gaston Durnez, Felix Timmermans. Een biografie. Tielt: Lannoo, 2000.