Gilliams groeide op als zoon van een drukker en een gecultiveerde vrouw uit de bourgeoisie. Zijn vader leidde hem op tot drukker, maar muziek, poëzie en schilderkunst hielden de dromerige jongeman meer bezig. Een pijnlijk mislukt huwelijk in 1935 bleef een levenslange bron van onlust en inspiratie. In 2022 verscheen Annette Portegies' langverwachte biografie van deze opmerkelijke schrijver.
De veeleisende en obsessief herschrijvende Gilliams publiceerde tijdens zijn leven verschillende dichtbundels, een tweetal symbolische verhalen, de novellenbundel Oefentocht in het luchtledige (die als voorstudie diende voor Elias), en slechts twee romans. Winter te Antwerpen verscheen in 1953. Elias verwierf na de Tweede Wereldoorlog een klassieke status. Terecht, want het is een van de mooiste Nederlandstalige romans over de kindertijd, of beter: een van de mooiste Nederlandstalige romans zonder meer.
Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betooverde apen.
De eerste zin van Elias is beroemd. In zeven hoofdstukken roept Gilliams het laatste jaar op van de kindertijd van Elias, een overgevoelige jongen die met zijn ouders, grootmoeder, ooms en tantes, neven en nichten in een kasteeltje woont.
Elias is gehecht aan zijn vier jaar oudere neef Aloysius, met wie hij ’s avonds rondzwerft over het landgoed en een eigen ritueel viert. Ze laten bootjes van papier afdrijven in de beek van het domein, als afgezanten naar een onbekende wereld. Via deze bootjes communiceert Aloysius met twee jonge meisjes van een nabijgelegen kasteel. Wanneer Aloysius in september naar de kostschool vertrekt, blijft Elias achter met zijn nerveuze tantes Theodora en Henriëtte. Theodora is zijn pinnige lerares, Henriëtte zijn grillige muze. Henriëtte cultiveert liefdesverdriet, draagt in haar eentje alle rollen van een klassiek toneelstuk voor, geeft artistiek advies en voert wonderlijke performances op. ‘Als tante iets begint weet men nooit wat het worden zal. Op welke uiterste gedachtepunt versplintert ze zich, en waarom haalt ze zulke onnavertelbare dingen uit waar zijzelf onder lijden moet?’
De seizoenen verglijden, Elias maakt zijn huiswerk, droomt, tekent en drijft al zijn gewaarwordingen vernuftig op de spits. De volgende zomer keert Aloysius terug. Hij weet als mislukte student te ontsnappen aan de kostschool en vertrekt voor een opleiding als zeeman. Elias ziet hoe zijn moeder en tantes in de linnenkamer zijn eigen koffer klaarmaken voor de kostschool, die ‘vetbetaalde gevangenschap’. Hij moet het mysterieuze domein, zijn vrijheid en zijn dromen achterlaten en afreizen naar de banale wereld van de volwassenheid en het nut.
De bouwstenen van Gilliams’ roman zijn niet zozeer plotlijnen en spanningsbogen, maar veeleer stemmingen en emotioneel geladen ‘thema’s’, als in een muzikale compositie. Henriëtte is zo een thema, waarvan de herinnering in de lezer doorwerkt, ook wanneer het personage zelf afwezig is. Deze regie van de herinnering heeft Gilliams heel subtiel en zorgvuldig uitgevoerd. Het maakt van Elias een psychologisch oprechter boek dan vele romans vol clichématige wendingen. Met zijn muzikale techniek slaagt Gilliams erin om je opnieuw onder te dompelen in de magische, dreigende sfeer van de kindertijd, toen de wereld en alle ervaringen scherp en overweldigend waren.
Elias overrompelt vele lezers bij de eerste kennismaking. Na een eerste lezing is de rijkdom van deze dunne roman echter nog lang niet uitgeput. Gilliams werkte jaren aan dit boek. Hoe intens hij schreef, blijkt duidelijk voor wie Elias herleest. Je dacht het boek te kennen en te waarderen, maar jaren later ontdek je weer nieuwe psychologische fijnzinnigheden, verbluffende formuleringen, levende geschenken van de dode schrijver.
Op deze pagina vind je audio- en videofragmenten over Maurice Gilliams en Elias of het gevecht met de nachtegalen.
Voor de leraar: